Cuypers, bouwmeester van Limburg

De uit Roermond afkomstige architect Pierre Cuypers (1827 – 1921) is vooral bekend vanwege zijn ontwerp van het Centraal Station en het Rijksmuseum in Amsterdam. Een druk man, hij werkte mee aan de bouw of verbouwing van ongeveer 300 projecten. Daarmee laat hij in Limburg een duidelijke ‘stempel’ achter.

Op de drukke Markt van Roermond is het zigzaggen tussen de voornamelijk Duitse toeristen richting het kleine VVV-kantoor dat zich in een van de stadspanden bevindt. Roermond is vooral bekend vanwege de winkels in het Designer Outlet Centre en het krioelt van de shoppers. De Markt vormt de verbinding tussen Outlet en binnenstad. De klok slaat en het carillon van de stad begint te spelen. Langzaam draaien er verschillende beelden voorbij op het dak van het stadhuis, waaronder het beeld van architect Pierre Cuypers. Een man met een grote invloed op de stad Roermond en op de provincie Limburg in zijn geheel.

Bakstenen innovatie

Gids Léon is stadsgids en begeleidt de Cuypersfietstocht door Roermond en omgeving. Hij begint met een opzienbarende opmerking: “Cuypers heeft een hoog aanzien in de stad, maar eigenlijk is het een enorme eikel. Maar daarover straks meer.” Al fietsend vertelt Léon: “Je zegt 300 projecten waar hij bij betrokken was? We weten niet precies aan hoeveel projecten Cuypers heeft meegewerkt. Soms bouwde hij een compleet nieuwe kerk, dat is dan wel duidelijk. Maar soms verbouwde hij een klein stukje, zo liet hij ergens alleen nieuwe vensterbanken plaatsen.” Daarnaast is zijn zoon Jos Cuypers ook architect en wordt er vermoed dat de naam Jos onder projecten van Pierre staat en andersom.

De kenmerkende bakstenen bouw van Cuypers is goed te herkennen in de gevel van de Teken- en Ambachtschool.

Wanneer je bij de Teken- en Ambachtsschool aankomt, is de stempel van Cuypers duidelijk. Hij bouwt vooral met baksteen, maakt daar bogen en trapjes van op de gevels. Zelfs na tien minuten in het centrum van Roermond herken je zijn werk al. Cuypers is erg innovatief voor zijn tijd. Hij waagt het om een woonhuis te bouwen buiten de stadsmuur. Op die manier kan hij zijn werkplaatsen bouwen en een tuin aanleggen. In die tijd een plek zonder veiligheid en hygiëne zoals binnen de stad. Léon vult aan: “Zijn familie is het eerste gezin in de stad met een wc. Dus een toilet dat je kunt doorspoelen, in plaats van een gat in de grond. In de stad heeft niemand nog elektra, maar in zijn werkplaats worden zijn machines aangedreven door een stoomaggregaat.”

Kerkelijke discussies

In de oude Tekenschool zit nu de Limburgse Werkgevers Vereniging, waardoor het alleen mogelijk is om de hal te bezichtigen. De fietstocht gaat verder naar de Munsterkerk, in het oude centrum van de stad. Dit is een groot neogotisch bouwwerk met verschillende torens en veel kleine details. Eind 18e eeuw stond hier echter een laat-Romaanse kerk, gebouwd in de 13e eeuw. Het stadsbestuur besluit dat deze kerk verbouwd moet worden en vraagt Cuypers een ontwerp in te dienen. Zijn ontwerp levert een hoop commentaar op, want hij wil deze barokke kerk veranderen met ‘zijn’ neogotische stijl.

Het ‘nieuwe’ uiterlijk van de Munsterkerk levert veel discussie op.

Op advies van een Franse hoogleraar architectuur, die ‘toevallig’ een goede vriend van Cuypers is, gaat het stadsbestuur akkoord met het ontwerp. Niet alleen neemt hij de kerk zelf onder handen, ook sloopt hij de complete kloostertuin. Hij maakt hier een plein van, dat voor iedere burger toegankelijk is: het Munsterplein. De gigantische bomen en de kiosk bieden schaduw in de zomer en tot op de dag van vandaag bruist dit plein van de gezelligheid met zijn gevulde terrassen. Léon glimlacht trots: “Die kiosk is echt een meesterwerkje met ‘ajour-gietwerk’ en de akoestiek is echt geweldig. Van die kiosk staat een kleine versie in Madurodam, samen met het stadhuis.”

De kiosk op het Munsterplein, waarvan in Madurodam een miniatuur staat.

De binnenkant van de Munsterkerk laat zien waarom Léon aan het begin van de fietstocht Cuypers een eikel noemt. Niet alleen verandert hij het laat-Romaanse interieur, ook laat hij de binnenkant van de kerk compleet beschilderen. Bij renovaties in de jaren ‘60 komt men erachter dat hij over oude 13e-eeuwse schilderingen heen heeft gewerkt. Ook verandert hij het graf van de Graaf van Gelre (de oorspronkelijke stichter van de kerk) en zijn vrouw, door de gewaden van het stel een ander kleurtje te geven. Al die ruimdenkende ideeën over restauratie leiden er uiteindelijk toe dat Cuypers de stad Roermond in 1865 verlaat en naar Amsterdam verhuist.

Graven in Valkenburg

Na een periode in Amsterdam wil Cuypers toch weer terug naar zijn geliefde Limburg. In 1894 kiest hij voor Valkenburg omdat de gemoederen in Roermond rondom zijn te ingrijpende renovaties nog steeds niet helemaal bedaard zijn.
In Valkenburg is hij verantwoordelijk voor verschillende projecten. Het meest opvallende project is de bouw van de ‘Romeinse Katakomben’. Initiatiefnemer Jan Diepen is een vreemde vogel, stinkend rijk met een voorliefde voor vroegchristelijke archeologie en eigenaar van een oude, uitgeputte mergelgroeve. Zijn favoriete reisbestemming is de catacomben van Rome; kilometerslange tunnels onder de stad waar hun doden begraven werden. Jan Diepen en Cuypers zijn vrienden en een nieuw project is snel geboren.

In de Romeinse Katakomben in Valkenburg, tussen de graven van de locoli; de gewone burgers.

De inmiddels hoogbejaarde Cuypers reist naar Rome en tekent, vaak liggend op zijn rug, alles wat hij ziet tot in detail na. Ook gebruikt hij overtrekpapier. De graven, de beschilderde plafonds, de beelden, zelfs alle beschadigingen neemt hij letterlijk over. Later komen er Italiaanse hoge heren controleren of het wel allemaal klopt wat ze in Valkenburg doen. Zij geven uiteindelijk hun goedkeuring en de ‘Romeinse Katakomben’ gaan open voor publiek. Terwijl gids Jan levendig vertelt over deze graven, vergeet je snel dat hier in Valkenburg nooit werkelijk een dode is begraven.

Een exacte kopie van een graf in Rome, nagetekend op overtrekpapier en inclusief beschadigingen nagemaakt in Valkenburg.

Een sereen einde

Na een aantal jaren in Valkenburg, verhuist Cuypers weer naar Roermond, om zijn zoon te ondersteunen bij het runnen van de werkplaatsen. Terug in Roermond sluit gids Léon de fietstocht af met een bezoek aan het Oude Kerkhof van de stad. De zon is inmiddels gezakt, maar schijnt nog fel tussen de bladeren van de bomen door. Op het kerkhof heerst een serene stilte zoals je die nergens anders in de stad tegenkomt. Vooraan liggen de familiegraven, een stenen torentje met de naam erop, een metalen deksel in de grond met daarachter een trap de grond in en marmeren stenen met de namen van de overledenen.

Cuypers vindt dat bisschopsstad Roermond een waardige plek moet hebben voor de laatste rustplaats voor de bisschoppen en bouwt deze zelf.

Léon opent de bakstenen Bisschopskapel met een oude metalen sleutel. De bedompte lucht komt je tegemoet als je de trap afdaalt. Aangezien Roermond een bisschopsstad is, moeten overleden bisschoppen hier begraven worden, vond Cuypers. Op het marmer zijn de namen van deze hooggeplaatste heren te lezen. Het plafond van het graf bestaat grotendeels uit een gietijzeren rek. Tussen de krullen door kijk je naar boven, de kapel in en zie je gekleurde zonnestralen door het glas-in-lood naar binnen schitteren. Direct naast deze Bisschopskapel bevindt zich het graf van de familie Cuypers waar Pierre op 94-jarige leeftijd bijgeplaatst is. Je kunt op slechtere plaatsen je laatste rustplaats hebben…

‘Den aje kirkhaof’ oftewel de oude begraafplaats is een oase van rust in het drukke Roermond.

Champignon de Pierre

Het tv-programma Keuringsdienst van Waarde van NPO 3 besteedt in een aflevering aandacht aan de herkomst van de champignon. Daarin wordt gesuggereerd dat Pierre Cuypers de eerste persoon in Nederland is, die champignons in de grotten teelt. De volledige naam ‘Champignon de Paris’ verklaart de oorspronkelijke herkomst van de champignon, namelijk Parijs. Cuypers reist regelmatig naar Frankrijk vanwege zijn band met architect en hoogleraar Eugène Viollet-le-duc. Daarnaast heeft de woning van Cuypers in Valkenburg directe toegang tot de Fluweelengrot. Daar laat een houtskoolportret zien dat hij zeker een rol heeft gespeeld in de grot. Dit alles doet vermoeden dat er in deze legende een kern van waarheid zit.

Gids Jorne laat het portret van Cuypers zien in de Fluweelengrot dat doet vermoeden dat de architect hier actief is geweest.

Praktische info

  1. Vervoer

Zowel Roermond als Valkenburg zijn gemakkelijk per trein te bereiken. Daarnaast is Roermond per weg bereikbaar vanaf de A2 en de A73. Op zondagen en Duitse feestdagen is het centrum vaak overvol.
Wie met de auto naar Valkenburg reist, komt vanaf de A2 of de A76 uit op de A79 waar Valkenburg aan ligt.

  1. Meer Cuypers in Limburg

De beschreven fietstocht komt verder dan alleen Roermond en loopt door de dorpen Melick, Posterholt en St. Odiliënberg met stuk voor stuk bijzondere gebouwen en plaatsen die een link met Cuypers hebben. De Cuyperswandeling in Valkenburg voert langs villa’s, kerken, hotels, de Fluweelengrot en Romeinse Katakomben.
Van Venray in Noord-Limburg tot Maastricht in het Zuiden vind je tientallen kerken, kastelen en andere gebouwen die hij gebouwd of gerenoveerd heeft. Op Wikipedia staat een lijst, die lang niet volledig is, maar wel inspiratie kan zijn voor een tocht door Limburg.

Het laatste overblijfsel van de kerk van Cuypers in Melick, de rest is vernietigd in de Tweede Wereldoorlog.
  1. Meer informatie

De Cuypers-fietstocht door Roermond en omgeving is te boeken bij VVV Midden Limburg. Deze is ongeveer 25 km lang en hier doe je ongeveer 4,5 uur over.
Het VVV-kantoor van Roermond bevindt zich op de Markt en is een mooi startpunt voor een bezoek aan de stad met aan de ene zijde de kathedraal en de andere zijde het stadhuis.
VVV Zuid Limburg biedt een Cuyperswandeling aan in Valkenburg, die op eigen gelegenheid te lopen is en waarin zowel de Romeinse Katakomben als de Fluweelengrot is meegenomen.