Kronkelende, verharde landwegen die door een glooiend landschap slingeren. Zo nu en dan een passerende traktor of even langzamer rijden om door een dorpje te gaan waar de tijd lijkt te hebben stil gestaan. Touren door de Franse Ardennen is een waar genot voor de Kadett-eigenaar! En dan liggen er ook nog allemaal leuke bezienswaardigheden op de route.

Toegegeven, ik wist tot voor kort niet eens dat er naast de Belgische Ardennen ook een gebied in Frankrijk met de naam Ardennen lag. Op slechts een uurtje of drie rijden van Brabant ligt een prachtig gebied waar natuur en historie om de aandacht vechten. We zijn pas net de Franse grens over en nemen direct de afslag van de snelweg. Volgens onze navigatie is het nog een half uurtje naar onze overnachtingsplek in het dorpje La Férée. Dat blijken dertig minuten over kronkelende weggetjes tussen weilanden waar koeien loom in de zon luieren en stoffige akkervelden. Hier en daar passeren we een felgeel gekleurd veld waar het koolzaad vol in bloei staat. Dan zegt onze navigatie dat we er zijn. Dit is het! Welgeteld drie straten, een kerkje en een stuk of 10 huizen telt het dorpje La Férée. En natuurlijk een monument ter herinnering aan de Eerste Wereldoorlog. Later horen we dat ieder gehucht in deze regio zo’n monument heeft.

Voor onze eerste dag touren hebben we een route gedownload. Wanneer we direct in het begin al fout rijden, ontdekken we dat een route hier eigenlijk niet nodig is. Alle wegen en dorpjes zijn mooi, dus wie een alternatieve route neemt, krijgt dezelfde ervaring.

Onze eerste stop is het vestingstadje Rocroi. Klein maar fijn. We parkeren de auto op een gratis parkeerplaats net buiten de vestingmuren en stappen uit voor een korte wandeling. Tussen de vestingmuren en de ruïnes van de verdedigingswerken is het nu heerlijk kuieren. De planten met grote paarse bloemen overwinnen langzaam de oude stenen. Het is er heerlijk rustig en slechts een afstand van 1,5 kilometer en dan heb je alles gezien. Maar zeker de moeite van een stop waard.

Vanuit Rocroi rijden we richting Revin om vervolgens de borden richting Fumay te volgen. Dit is op en top genieten! De wegen zijn niet overal even breed, maar het is er hartstikke rustig dus dat is geen probleem. Vanaf Revin volgt de route bovendien de rivier de Maas. We stoppen in een dorpje en parkeren de Kadett aan de oever. Even wat drinken en snacken aan het water. Om vervolgens onze tour door te zetten naar Hargnies. Bij het eerste de beste terrasje zetten we de Kadett weer aan de kant. Tijd voor een typisch Franse lunch: een charcuterie-plankje. De eigenaar vertelt ons trots over alle vleeswaren die stuk voor stuk afkomstig zijn uit de regio en zelfs uit eigen dorp.

En andere plek die een stop waard is, ligt eveneens aan de Maas en heeft de naam Monthermé. Vanaf de uitkijkplek (die wij per ongeluk zo voorbijrijden) heb je perfect uitzicht op de lus in de rivier en het stadje. Verwacht overigens nergens drukte. De meeste dorpjes en ook stadjes zijn vrijwel uitgestorven en je hoeft dus ook niet lang te zoeken naar een parkeerplek. Een uitzondering daarop is het stadje Charleville. Bruisend met een groot plein met vele terrasjes. En de literatuurliefhebber haalt hier helemaal zijn hart op, want het is de geboorteplaats van de Franse dichter Rimbaud. Voor mij totaal onbekend, maar het mooie is dat er op verschillende muren in de stad levensgrote schilderingen zijn aangebracht met gedichten van Rimbaud erop. Prachtig, ook al begrijpen we het Frans lang niet altijd.

Een andere leuke stop in deze regio is het kasteel van Moncornet. Midden in het dorp liggen de ruïnes van dit 15^de eeuwse kasteel. Zoek even het even op als je het kasteel wilt bezoeken, want ze zijn maar beperkt open. Overigens is een wandelingetje ook prima te doen. We rijden een steile weg omlaag om bij een soort historisch dorp in aanbouw uit te komen. De parkeerplaats is wel al klaar.

Een aparte dagtocht waard is de omgeving van Sedan. Een stadje dat niets met auto’s te maken heeft, maar des te meer met historie. Hier ligt namelijk de grootste burcht van Europa. Parkeren doe je in de slotgracht. En een bezoek aan de burcht is heel zeker de moeite waard. Er is 35.000 m2 verdeeld over 7 verdiepingen om te ervaren. Zo’n 4000 soldaten noemden dit hun thuis. Metersdikke muren, weidse uitzichten van bovenaf en spannende verhalen.

Kortweg, ga gewoon op tour in deze regio en laat je verrassen. Veel dorpen hebben versterkte kerken. Nog uit de tijd toen er gestreden werd tegen de Spanjaarden. Kerken werden verdedigingspunten waarbij de bewoners vanuit de toren vochten en hun vee veilig onder in de kerk veilig hielden. Tegenwoordig zijn dat fotogenieke plekjes! En zoek ook naar de verlaten treinstationnetjes. Er zijn er nog verschillende en vaak zie je ze vanaf de doorgaande weg wel liggen.

– Wij gebruikten de reisgids over de Franse Ardennen van Reisroutes.be, deze kun je downloaden op hun website.

– Kosten: gratis.

– Tijdsduur: De Franse Ardennen zijn te bereiken in ongeveer 3 uur rijden vanuit Brabant of Limburg.

– Overnachten kan bij het Nederlandse echtpaar Manou en David die een prachtige chambre d’hôtes hebben in het dorpje La Férée. Met veel parkeerruimte, zowel naast het huis als op het plein voor het huis. Op verschillende avonden in de week is het mogelijk om er ook een hapje te eten. Dit adres is echt een dikke aanrader. Meer informatie vind je op de website van Chambre d’hôtes Danou: https://danou.fr.

Met Vita Walking organiseer ik regelmatig wandelreizen naar de Franse Ardennen waarbij we ook overnachten bij Chambre d’hotes Danou.