Gelegen tussen Nationaal Park Hohe Tauern en de stad Salzburg vind je het Raurisertal. Een regio waar mensen al eeuwen leven van wat de bergen hen geven. Zoals bijzondere planten en kruiden. En het grote goud.

Tekst & foto’s Judith van Bilsen

Ranger Patrick neemt mij een dag op sleeptouw in het Hüttwinkltal. Hij wijst naar een paar dikke wolken die de bergtoppen verbergen: “Eerst wandelen we richting een aantal watervallen. Normaalgesproken kun je het water helemaal de berg af zien lopen.” Ondanks – of juist dankzij – de regenwolken hangt er een sprookjesachtige sfeer. We zijn nog geen tien minuten onderweg of Patrick hurkt ineens neer. Hij wroet in de grond, trekt een soort knol tevoorschijn en schraapt met zijn zakmes over de donkerbruine schil. Dan neemt hij het knolletje mee naar een beek en spoelt het af in het water. Voorzichtig snijdt hij flinterdunne plakjes. “Stop maar in je mond. Je kunt het opeten of er op kauwen. Meisterwürz is goed voor je maag en de spijsvertering”, zegt hij lachend, terwijl mijn gezicht vertrekt van de bittere smaak. Onderweg wijst hij nog verschillende planten aan. De ene is goed voor je tanden, de andere voor je darmen. ”De natuur is een grote medicijnkast, maar pas op, want die schattige, gele bloemetjes die je overal ziet staan, zijn giftig. Als je die eet, kun je het waarschijnlijk niet meer navertellen…” Levensreddend en levensbedreigend groeien hier gemoedelijk naast elkaar.

Gouden bergen

Wanneer we bij de watervallen aankomen, wijst Patrick naar boven, naar de bergkam: “Daar staat het oudste en voor die tijd hoogste weerstation ter wereld…

Verder lezen?
Dat kan! Deze reportage staat in Bergen Magazine 2019-2 en die bestel je hier.