De 10 meest gestelde vragen over de persreis
Voor wie geen reisblogger of reisjournalist is, vormt het concept ‘persreis’ nogal een onduidelijk iets. Dat blijkt wel uit de vele vragen en opmerkingen die ik krijg. Tijd om al die vragen eens te beantwoorden en te reageren op die opmerkingen in een artikel. Daarom geef ik antwoord op ‘de 10 meest gestelde vragen over de persreis’.
1. Wat is een persreis?
Een persreis is een gesponsorde reis in ruil waarvoor de reisblogger of –journalist een redactioneel artikel schrijft over de bestemming. Het is vaak een vervanging van of een aanvulling op een advertentie. Een VVV of toeristische dienst in een bepaalde regio of stad wil die bestemming onder de aandacht brengen. Dit doen ze door reisjournalisten uit te nodigen en de mooiste en beste plekjes in die regio of stad te laten ervaren. Je hebt de groepspersreis en individuele persreizen. Bij een groepspersreis krijgt een groep journalisten (meestal minimaal drie, maximaal twaalf personen) hetzelfde programma voorgeschoteld. Bij een individuele persreis ga je alleen of met z’n tweetjes op pad en is het programma volledig afgestemd op het medium waar je voor werkt.
2. Hoef je dan niets te betalen? en 3. Hoe verdien jij je geld?
Nee, ik hoef niets te betalen voor een persreis. Financieel zitten er twee kanten aan een persreis. Aan de ene kant zit de toeristische dienst. Die regelen vervoer, overnachtingen, het eten en activiteiten. Dat kost mij dus helemaal niets. Aan de andere kant zit het medium waar ik voor werk. Die betalen mij voor het artikel en de foto’s die ik lever. Meestal dan. Want ik krijg niet altijd betaald. Soms kies ik ervoor om een persreis te doen en een artikel op te stellen, omdat dat goed is voor mijn portfolio en naamsbekendheid. En natuurlijk omdat het enorm leuk is om te doen!
Daarnaast verdien ik natuurlijk ook niets als ik iets voor mijn eigen website schrijf. Mijn website is mijn eigen visitekaartje. Daarop kan ik laten zien wat ik doe en waar ik goed in ben. En daarmee kan ik opdrachten regelen, die wel betaald worden. Reisjournalistiek of reisbloggen is overigens niet iets waar veel mensen echt van kunnen leven. Ik kan dat zelf ook niet en doe ander schrijfwerk erbij om rond te komen. Dat heeft ook weer een voordeel, want de variatie in het werk is ontzettend leuk.
4. Is een persreis net als vakantie?
Zo ontzettend vaak zeggen mensen mij: ‘Jij bent ook vaak op vakantie zeg!’ en ‘Jij hebt echt een droombaan, dat wil toch iedereen.’ Laat ik voorop stellen dat ik ontzettend blij met mijn werk ben en het echt enorm graag doe. Maar een persreis is absoluut geen vakantie en niet iedereen is geschikt voor een baan als deze. Ook al is de reis gratis, het blijft gewoon werk. Hard werk! Meestal is er een volgepropt programma van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Je kunt niet zomaar zeggen: ‘Vanmiddag ga ik lekker aan het zwembad liggen’ of ‘Ik ga ergens anders eten, want ik heb geen zin in dat lokale gerecht.’
Je bent met een doel op reis. En dat is om verslag te doen van die bestemming. De organisator doet vaak zijn best om in zo weinig mogelijk tijd je zo veel mogelijk te laten zien en ervaren. Als ik dan na zo’n volle, meestal actieve dag in het hotel kom, ga ik eerst nog wat aantekeningen maken. Aangezien ik veel outdoor- en wandelreizen maak, heb ik onderweg niet altijd tijd om alles te noteren. Ook maak ik elke dag een back-up van de foto’s en kijk ik hoe ze zijn geworden, zodat ik daar de volgende dag weer rekening mee kan houden.
(foto: Hedda Roos)
5. Hoeveel tijd ben je met een persreis kwijt?
Dit is een vraag waar ik geen concreet antwoord op heb. Eerlijk gezegd wil ik het misschien wel helemaal niet weten. Het begint met de communicatie vooraf. Meestal is dit overleg met hoofdredacteur en toeristische dienst. Hoe kom ik op de bestemming, wat is het programma, welke spullen moeten mee, enzovoort. Laten we zeggen dat ik zo’n vier uur voorbereidingstijd nodig heb. Dan volgt de persreis zelf. Gemiddeld is een persreis vier dagen, is mijn ervaring. Dit zijn dan vier dagen waarin ik totaal geen ander werk kan doen. Zelfs reageren op e-mails zit er meestal niet in.
Na een persreis begint het echte werk. Foto’s uitzoeken en bewerken en het artikel schrijven. Of de artikelen schrijven, in meervoud dus. Het is natuurlijk handiger om meerdere artikelen over een persreis te schrijven, aangezien je dan meer verdient, terwijl de geïnvesteerde tijd niet evenredig groeit met het maken van een extra reportage.
Als de reportage voor een online medium is, moet ik het nog invoeren op de website. En als het artikel voor een tijdschrift is, volgt er meestal nog een redactierondje waarin foutjes eruit gehaald worden en ik ook fotobijschriften opstel. Kortom, ik heb echt geen idee hoeveel tijd dit werkelijk kost. Als ik zou moeten gokken, denk ik dat ik met een artikel zeker een dag bezig ben.
6. Hoeveel invloed heb je op het programma?
Dat wisselt enorm. De meeste groepspersreizen hebben een vast programma waar vrijwel niet van afgeweken wordt. Maar het ligt vooral aan de afspraken en aan degene die namens de toeristische dienst met ons mee reist. Zo was ik in Zuid-Frankrijk om te e-mountainbiken. We stopten in een dorpje en daar bleek ook het het gondelstation te liggen van de Alpe d’Huez. Daar wilden we wel omhoog om foto’s te maken! Maar dat stond niet op het programma. De dame van de toeristische dienst bleek enorm flexibel, regelde het en binnen tien minuten stond de hele groep boven, op de berg.
Nog een voorbeeld. Voor een reportage voor Wandelmagazine, nam ik deel aan een groepspersreis in de Westhoek in België. Het groepsprogramma bevatte een dag wandelen en een dag fietsen. Aangezien ik niets met een dag fietsen kan voor een tijdschrift over wandelen, was er voor mij een extra dag wandelen geregeld. Dit was van te voren al afgestemd, zodat de toeristische dienst dit niet ter plekke nog hoefde te regelen. Handig! Het programma van individuele persreizen is overigens altijd in overleg opgesteld. Aangezien er bij zo’n reis natuurlijk geen rekening hoeft te worden gehouden met meerdere reisjournalisten.
7. Hoe kun je deelnemen aan zo’n persreis?
In mijn geval gaat het dit in de meeste gevallen in overleg met de hoofdredacteur van het medium. Zij hebben goede contacten met de toeristendiensten en hebben vaak al afspraken gemaakt. Soms vragen zij mij of ik voor hen op reis wil om een reportage te maken. En soms heb ik zelf een idee voor een artikel en gaan we samen aan de slag om dit te regelen. De reizen voor de artikelen die ik schrijf voor de oldtimermagazines regel ik bijvoorbeeld wel zelf. Dan bedenk ik een thema of bepaalde insteek en ga in gesprek met de toerististische dienst of een toeristische pr-dienst die de regio of stad in Nederland vertegenwoordigd.
Sommige toeristenbureau’s hebben hun groepspersreizen op hun website staan. Vaak staat daar een formulier bij, waar je je gegevens kunt invullen als je interesse hebt om mee te gaan. In andere gevallen kun je de planning opvragen. Als je eenmaal contact met hen hebt, informeren ze je automatisch als ze een nieuwe persreis plannen. Soms moet je jezelf presenteren. Het gaat er dan om wat jij hen te bieden hebt. Hoeveel lezers, abonnee’s of websitebezoekers heb je? In welke niche werk je? Past het bij wat je eerder hebt gedaan? Dat soort vragen spelen een grote rol om te bepalen of je mee mag op persreis.
8. Mag je kritisch schrijven over de bestemming?
Aangezien de reis volledig betaald wordt, verwacht een toeristische dienst natuurlijk een positief artikel. Maar soms komt het voor dat een onderdeel van een persreis tegenvalt. Hoe ga je daar dan mee om? Ik maakte dit al mee tijdens mijn allereerste persreis. Ik maakte een culinaire wandeling en zowel de locatie waar we het toetje kregen, als het dessert zelf vielen enorm tegen. Allereerst heb ik dit direct met de contactpersoon van de toeristische dienst besproken. Zij beloofden het punt op te pakken en er iets mee te doen.
Daarna heb ik met de hoofdredacteur overlegd. Zijn lezers hebben er niets aan om een negatief stuk tekst te lezen. Aangezien de toeristische dienst later liet weten dat ze dat deel van de culinaire wandeling aangepast hadden, hebben wij besloten om er niets over te schrijven. Uiteindelijk is het een samenwerking tussen twee partijen en het heeft geen toegevoegde waarde voor die samenwerking als je zonder overleg ineens een heel negatief stuk gaat schrijven.
Dan zijn er nog de foto’s. Persoonlijk ben ik een enorme voorstander van eerlijke foto’s. Als het ergens heel druk is, dan zoom ik niet zodanig in, dat het lijkt of ik de enige ben. Wanneer jij mijn artikelen leest of mijn social media posts ziet, moet je op basis daarvan weten wat je kunt verwachten op een bestemming. Dat heeft natuurlijk ook met geloofwaardigheid te maken. Wanneer mijn verhalen en jouw ervaring totaal van elkaar verschillen, dan klopt er toch iets niet. Gelukkig werk ik veel voor media die focust op outdoor dus daar mag het allemaal wat ruwer en rauwer zijn voor de lezer.
9. Hoe vaak ga jij op reis?
Aangezien dit pas mijn tweede jaar is dat ik aan de slag ben als reisjournalist en ik pas sinds een paar maanden fulltime als freelancer werk, kan ik hier ook geen concreet antwoord op geven. In 2018 heb ik in totaal vijf persreizen gemaakt. In 2019 heb ik tot nu toe ook vijf persreizen gemaakt. Daarnaast heb ik nog een aantal projecten waarvoor geen persreis nodig is. Zoals het wandelen van het Pieterpad en de Eifelsteig. En de stops tijdens de Nomad Cruise gebruik ik ook vaak als inspiratie voor reportages.
10. Wat is je beste persreis tot nu toe?
Ook dat is een moeilijke vraag! Ik heb nog nooit een vervelende of saaie persreis meegemaakt. Het land dat mij het meest verraste, was Tsjechië. Ter ere van de opening van een nieuwe wandelroute, de Goldsteig, ging ik op groepspersreis door Zuid-Bohemen. Een machtige zonsopkomst in the middle-of-nowhere, een wandeling door een bizar dood bos, de interessante historie over de oude handelsroute waar het witte goud (zout) over werd getransporteerd en overal die rust in de prachtige natuur. Dat was een persreis die ik nooit zal vergeten!
Hi,
leuk artikel over je werkzaamheden als reisjournalist. Check nog even of het lijden of leiden is in deze zin uit je tekst: “Uiteindelijk is het een samenwerking tussen twee partijen en die leidt er altijd onder als je zonder overleg ineens een heel negatief stuk gaat schrijven.”
Groet, Erik-Jan
Oeh, goed punt! Nu schaam ik me wel een beetje…
Het is aangepast en dankjewel voor het aangeven.
Groet, Judith.
[…] Weer een maand niet gereisd! Nou, ik kan je vertellen dat het nu langzaam weer begint te kriebelen. Achter de schermen ben ik wel met J Loves to Travel bezig geweest. Ik had wat problemen met mijn website en heb wat kleine dingetjes aangepast (of eigenlijk ben ik daar nog steeds mee bezig). Daarnaast ben ik druk met het regelen van persreizen voor de komende tijd. Samen met redacteuren van verschillende tijdschriften ben ik in overleg over interessante onderwerpen. Aan de andere kant ben ik ook in overleg met toeristenbureau’s om te kijken of zij die onderwerpen ook zien zitten en wat willen organiseren. Wil je meer weten over het regelen van persreizen? Ik schreef vorig jaar de blog ‘De 10 meest gestelde vragen over de persreis’. […]