Dit is een vervolg op het eerste verhaal over de Rijncruise: http://jlovestotravel.com/rijncruise-is-iedereen/

De hallen waar de hutten aan liggen in de MPS Statendam.

Keizer Koblenz

Om half zeven de volgende ochtend klinkt er wat gerommel. Het blijkt dat het schip gaat varen. Het is twee uur verder als we nog aan het ontbijt zitten en het schip alweer aanmeert in Koblenz. De dag begint met een ritje in een toeristentreintje door de stad. In een moordend tempo, toegesproken door een Duitse dame (op band) die er totaal geen zin in heeft, worden we langs alle bezienswaardigheden gereden. Door het dichte dak van het treintje, waarin we als sardientjes zitten gepropt, zien we nauwelijks iets van de hoge gebouwen in de stad en foto’s maken is al helemaal niet mogelijk.

Een aparte gevel aan de Rijnkade van Koblenz.
Een monument op een pleintje in Koblenz.

Gelukkig is er na deze rit genoeg tijd over om zelf door de stad te wandelen. Ondanks onze slechte start, is Koblenz een citytripwaardige stad. Ons schip ligt aangemeerd vlakbij de Deutches Eck, de splitsing van de Rijn en de Moesel, waar Keizer Wilhelm vanaf zijn paard over die rivieren uitkijkt. Wij willen met hem mee kijken en beklimmen de trappen naar de voet van het deel waar hij op staat. Aan de linkerkant zien we het bruine water van de Moesel, aan de rechterzijde het groene water van de Rijn en aan de achterkant ontvouwt zich een uitzicht over de stad zelf.

Ben jij nou een sportief type, dan kun je in deze regio prachtig fietsen.
Volg bijvoorbeeld de Mosel Radweg van Trier naar Koblenz.
Aniek van Avontuur op Reis schreef een complete blog over deze fietstocht: Prachtig fietsen van Trier naar Koblenz: de Mozelradweg!

Gezeten op zijn paard kijkt Keizer Wilhelm over de Rijn.
Deutches Eck in Koblenz.
Op de Rijnkade.

In deze hoek ligt het vertrekstation van de gondel om naar de overkant van de Rijn te gaan om de stad van verderaf te bezichtigen. De stad heeft verschillende kerken die een bezoekje waard zijn, zoals de Basilika Sankt Kastor, die achter Keizer Wilhelm staat en de Liebfrauenkirche in het centrum. En dit zijn slechts twee van de twaalf kerken die het centrum telt! We lopen verder de stad in, van het ene plein naar het andere, van het ene fotomoment naar het andere. ‘Opvallend dat er overal die grappige beelden van stadsmensen staan’, valt een van de reisgenoten op.

Een kaarsje branden in een van de vele kerken in Koblenz.
Veel oog voor detail.
Gevelversieringen in de binnenstad van Koblenz.
De vele kerken in de stad zijn een bezoekje waard!
Basilika Sankt Kastor.
Een van de vele beelden van Koblenzers in de stad.

Aquajogging op werelderfgoed

Het is inmiddels lunchtijd en alle passagiers verzamelen zich weer op het schip, dat zich klaarmaakt om te vertrekken richting Boppard. Ervaringen van de ochtend worden uitgewisseld, er wordt gegeten en gedronken en in de middag waagt een dame zich in het zwembad. Wanneer een schaap over de dam is… en tien minuten later ligt het hele Scheveningse Mannenkoor die aan boord zijn, ook in het water. Een van hun vrouwen blijkt een zweminstructrice te zijn en de eerste aquajogging-les op het schip is een feit. Ondertussen varen we door het Rijndal met wijngaarden en rotsformaties en hier en daar een dorpje. Een gebied dat door UNESCO is uitgeroepen tot werelderfgoed.

Het Rijndal is door UNESCO tot werelderfgoed benoemd.
Uitzicht over de Rijn.

Eenmaal aangemeerd in Boppard, gaan we van boord om de omgeving te verkennen. We lopen naar de blauw met wit gekleurde stoeltjeslift die ons naar het Viermeerpunkt brengt. Terwijl ik twijfel, stappen onze reisgenoten vrolijk kletsend in de gammele stoeltjes. Al wiebelend gaan we langzaam naar boven en kijken we uit over de kronkelende Rijn en het stadje Boppard met zijn vakwerkgebouwen. Het Viermeerpunkt is een uitzichtpunt waarbij je over de Rijn kijkt, maar het net lijkt of je vier meren ziet. Dit is echter gezichtsbedrog, want deze vier meren zijn in werkelijkheid een en dezelfde rivier. Met zwetende handjes nemen we de gammele stoeltjeslift weer terug naar het dorp waarbij de zon samen met ons mee zakt achter de bergen.

Aankomst in Boppard.
Uitzicht op het Viermeerenpunkt.
In de stoeltjeslift met uitzicht over het Rijndal.
De Rijn bij Boppard, met rechts in beeld de MPS Statendam.

Teleurstellende nimf

De volgende ochtend hangt er een dichte mist over het vasteland. Het schip vertrekt al vroeg richting Loreley. We moeten erg ons best doen om het kleine beeldje van de nimf Loreley te zien en dat heeft niets met de mist te maken. Het is een soort kleine zeemeermin in Kopenhagen, wereldberoemd, maar het stelt niets voor. De rots Loreley ligt precies in een bocht in de Rijn die hierdoor een flinke stroming heeft. Volgens de legende leidde de nimf met haar gezang de schippers op de Rijn af waardoor zij op de rotsen te pletter sloegen. Ons schip vaart rustig voorbij dit punt om even verderop de steven te wenden en te beginnen aan de tocht terug richting Keulen.

Veel kastelen langs de Rijn.
Door de aanwijzingen op de kade weten we dat we bij de Loreley zijn.

Duizenden handdoeken

We varen inmiddels dezelfde route terug zoals we gekomen zijn en dat geeft mij even de tijd om een gesprekje te voeren met Heer Hendriksen, de eigenaar van de MPS Statendam. ‘Je moet dit zien als een varend hotel, maar dan met allemaal extra factoren die het ingewikkeld maken, zoals hoog en laag water of problemen met een aanlegsteiger die kapot is’, begint hij zijn uitleg. ‘We kunnen 100 ton water meenemen en hebben een voorraad van 3000 handdoeken aan boord. Daar kunnen we een week mee doen. Die handdoeken wassen we allemaal zelf. Het bedlinnen wordt wel op de kade gewassen. En vergeet niet, buiten het eten en drinken dat we aan boord moeten hebben, zaken zoals de gasolie waar we op varen. Kortom, een enorme onderneming! somt hij op met een trotste glimlach.

De MPS Statendam.

Een koninklijke dag

Ondertussen is het schip aangekomen in Königswinter. Deze naam heeft niets met seizoenen te maken, maar met de wingerd oftewel de wijngaarden van de koningen. Het plaatsje heeft de uitstraling van een oud Frans kustplaatsje dat ooit chique is geweest: een boulevard met ouderwetse hotels en grote terrassen en een rij platanen. We laten ons met een oude tandradbaan die bediend wordt door een echte machinist naar het uitzichtpunt op de berg Drachenfels brengen. Het uitzicht is weids en indrukwekkend. Terwijl de meeste passagiers zich weer naar beneden laten brengen, besluiten wij om naar beneden te lopen en dat levert een heerlijke wandeling door de natuur op.

De tandradbaan wordt bediend door een machinist.
Vanaf de Drachenfels heb je uitzicht over de Rijn
Het is er prachtig wandelen.
Uitzicht in noordelijke richting over de Rijn.
Terug in de tijd in de tandradbaan.
Bovenop de Drachenfels.
De ruïne op de Drachenfels.
Een authentieke tram op de tandradbaan.

Kapucijners en spek

In de avond is het tijd voor het Captain’s Dinner. Een van onze tafelgenoten legt uit waar deze traditie vandaan komt. ‘Vroeger was er op de grote schepen natuurlijk geen vers voedsel aanwezig. De kapitein verdiende meer dan de andere bemanning en kon zich veroorloven om een maal klaar te maken van kapucijners, spek, mosterd en ingemaakt tafelzuur. Een stuk lekkerder dan de rest van de bemanning te eten kreeg.’ Gelukkig zijn het geen kapucijners die ons voorgeschoteld worden, maar gang na gang wordt de ene lekkernij naar de andere binnengedragen.
Dit diner wordt afgesloten met het ‘pièce de resistance’. Ineens gaan alle lampen uit en op de tonen van de Wilhelm Tell Overture van Rossini wordt het Grand Dessert binnengedragen. De koks dragen zelf de enorme schalen, met wat later blijkt pistache-ijs met een korst van merengue, voorzien van flink wat ijsfonteinen. Als iedereen zijn buik meer dan vol heeft zitten, schuift de hele groep naar de salon waar nog een laatste feestavond op het programma staat. De eigenaar van het schip blijkt een begaafd zanger te zijn en krijgt snel de dansvloer vol en de handjes op elkaar.

Het Grand Dessert tijdens het Captain’s Dinner.

Kölner afscheid

De volgende ochtend is deze minicruise alweer bijna voorbij. Er is nog even tijd voor een bliksembezoek aan de stad Keulen. Onze Nederlandstalige gids Antonia vuurt met een zwaar Duits accent een hele serie feiten op ons af. Keulen was een Romeinse nederzetting, gebouwd op zeven heuvels, omdat ze bang waren voor overstromingen. Per dag rijden er meer dan 800 treinen over de brug richting binnenstad. De Kölner Messe, het beurs- en congresgebouw, verwelkomt ieder jaar meer dan 10 miljoen bezoekers. De dom komt uit de 13e eeuw en buiten deze bekende baken, staan er nog meer dan 100 kerken in de stad.

De dom in Keulen, om 12.15 uur.
Verwacht geen rust in de dom van Keulen.
Een laatste rustplaats.
Prachtige mozaïekvloeren in de dom.
Detail in de dom van Keulen.

Met een hoofd vol indrukken en informatie en een buik vol lekker eten en drinken, lopen we langzaam richting kade waar de bussen klaar staan om ons weer richting Nederland te brengen. Veel ouderen op een Rijncruise? Ja. Is een Rijncruise ouderwets? Nee! Toegegeven, op zijn tijd een beetje kneuterig. Maar dat weegt niet op tegen het genieten op zo’n schip. Ondertussen word je van de ene mooie plaats naar de andere gebracht. Onze (overigens wel bejaarde) reisgenoten bevestigen: ‘De mooiste reis die ik in jaren heb meegemaakt!’

Zonsondergang vanaf de MPS Statendam.

Algemene informatie

Dit is het tweede deel van het reisverhaal over de Rijncruise. Het eerste deel lees je hier.
De MPS Statendam heeft een eigen Facebookpagina.

Bol.com AlgemeenBol.com Algemeen
Door |2022-10-17T12:57:22+00:00december 4th, 2017|Duitsland, Europa, Per boot|1 Reactie

Eén reactie

  1. […] Next De Rijncruise is voor iedereen – deel […]

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Ga naar de bovenkant